Statushouders grotere kans op langdurige financiële problemen

Zo’n één miljoen Nederlanders moeten rondkomen van een inkomen rond het sociaal minimum. Velen van hen kunnen het hoofd financieel niet tot nauwelijks boven water houden. Maar juist zij krijgen in de praktijk te maken met de meest complexe regelingen. Veranderingen hebben dan ook grote gevolgen op de te ontvangen voorzieningen en een klein foutje kan leiden tot een opeenstapeling van problemen. Zo blijkt uit het onderzoek van de Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen dat met name statushouders op papier recht hebben op een sociaal minimum, maar dat statushouders in de praktijk worstelen om rond te komen. Eén van de redenen hiervoor is dat de overheid zich niet altijd bewust is van de leefsituatie en bijzondere behoeften van statushouders.

Waarom lopen statushouders een hoog risico op langdurige financiële problemen?

Statushouders lopen een verhoogd risico op langdurige financiële problemen wegens een gebrek aan basiskennis van de Nederlandse taal en het financiële systeem. Dit blijkt onder andere uit de volgende situaties:

  • De inhoud van brieven is voor veel statushouders te ingewikkeld, waardoor belangrijke informatie aan hen voorbij gaat wegens het niet kunnen begrijpen van de inhoud van de brieven.
  • Het toeslagenstelsel zoals wij deze nu kennen is al onbegrijpelijk voor veel Nederlanders laat staan wat statushouders hiervan vinden.
  • Onverwerkte traumatische gebeurtenissen en het ontbreken van een sociaal netwerk spelen een rol, waardoor statushouders een hogere kans hebben op financiële problemen.
  • Statushouders maken vaak extra kosten en statushouders hebben veelal geen financiële buffer.

Wat zijn de knelpunten van financiële problemen bij statushouders?

Uit het onderzoek van de Nationale Ombudsman is gebleken dat de financiële begeleiding en manier van financieel ontzorgen van statushouders sterk verschillen per gemeente. Goede begeleiding is voor statushouders van belang. Niet alle statushouders ontvangen op dit moment de begeleiding die zij nodig hebben. Het nieuwe inburgeringsstelsel ontzorgt statushouders, maar levert gemeenten ook nieuwe zorgen op.

Ook hebben statushouders te maken met veel verschillende overheidsinstanties. Dat zorgt voor financiële problemen als deze instanties niet goed samenwerken. Bij de informatieoverdracht van het COA naar de gemeente en de samenwerking met de uitvoeringsinstanties is verbetering mogelijk.

Voorts sluit de administratieve werkelijkheid niet aan bij de leefsituatie van de de statushouders. Statushouders die daarentegen wél professioneel begeleidt worden, hebben ook te maken met financiële problemen doordat de wet- en regelgeving en voorzieningen niet aansluiten bij de leefsituatie van statushouders. Hier komt nog eens bij dat werken niet lonend is en de noodzakelijke extra kosten van statushouders niet volledig worden vergoed. Een laagdrempelig aanspreekpunt of loket ontbreekt hierbij.

Gelet op bovenstaande doet de ombudsman in zijn rapport vier aanbevelingen aan verschillende overheidsinstanties om deze knelpunten op te lossen. De ombudsman roept de betrokken partijen gezamenlijk op om deze knelpunten op te lossen aan de hand van de onderstaande aanbevelingen:

  1. Zorg voor goede financiële begeleiding.
  2. Los de nu al bekende knelpunten bij de begeleiding door gemeenten (‘ontzorgen’) op.
  3. Verbeter de samenwerking in de keten.
  4. Laat de administratieve werkelijkheid van de overheid beter aansluiten bij de leefsituatie
    van statushouders.

Hoe kunnen financiële problemen bij statushouders worden voorkomen?

Als wij willen dat statushouders daadwerkelijk zo snel mogelijk mee kunnen doen in onze samenleving, dan moet er worden gezorgd voor een goede financiële start, zodat zij op eigen benen kunnen staan.
Het is momenteel te ingewikkeld om voorzieningen zelfstandig en snel te regelen én dat die voorzieningen niet altijd voldoende zijn om van rond te kunnen komen, waardoor het op eigen benen kunnen staan een onmogelijke opgave is/wordt. Statushouders kunnen pas volwaardig meedoen in de samenleving als het bestaansminimum voldoende gewaarborgd is. De overheid heeft een zorgplicht voor al haar burgers en daarmee de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat niemand buiten de boot valt. Juist als sprake is van veel betrokken instanties, die elk eigen regelingen uitvoeren en handelen vanuit hun eigen perspectief, moet de overheid extra behulpzaam zijn als er onbedoelde fouten optreden. Al helemaal als het gaat om statushouders die al een complexe uitgangsituatie hebben.

Mocht jij een statushouder kennen met financiële problemen en niet weten hoe je ervoor kunt zorgen dat de statushouder weer financieel gezond kan worden? Neem dan vrijblijvend contact met ons op!